Thank you for your patience while we retrieve your images.

Het Hallerbos is het belangrijkste en meest uitgestrekte bosgebied tussen Zenne en Zoniën. Het bos is een publiekslieveling dankzij het prachtige paarse tapijt van boshyacinten, die bloeien rond midden april. Ook de gigantische sequoiabomen maken een bezoek aan dit bos meer dan de moeite waard en dit het hele jaar door.
Het Hallerbos is een overblijfsel van het Kolenwoud. Dit gigantische oerbos strekte zich in de tijd van de Romeinen uit van de oevers van de Rijn en de Moezel tot de Noordzee.
Het Hallerbos kent een woelige geschiedenis. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liet de Duitse bezetter bijna alle grote bomen kappen en werd het bos ei zo na verwoest. Vanaf 1930 tot 1950 werd een groot deel van het bos opnieuw aangelegd. Ook nu nog koopt de overheid aangrenzende landbouwgronden aan om het bos verder uit te breiden. De totale oppervlakte van het bos is nu 535 hectaren.
De meest opvallend aanwezige lentebloeier is de boshyacint die van midden april tot begin mei het hele bos met een paars bloementapijt bekleedt. In de natte beekvalleitjes kan je in het voorjaar ook de uiterst zeldzame eenbes ontdekken. Ook de wilde narcissen zijn een speciale vermelding waard.
Je vindt er een grote variatie aan boomsoorten: o.a. eik, beuk, es, den, lork en de opvallende sequoia, beter bekend als mammoetboom.
Het is ook de leefomgeving voor enkele reeën die het bos delen met o.a. de vos, het wilde konijn, de haas en de bunzing. In het bos hangen 24 bosuilkasten verspreid om deze vogels een veilig onderkomen te bieden.