Het eiland
Komodo is een van de drie hoofdeilanden van het National Park in
Indonesië gelegen tussen de eilanden
Soembawa en
Flores. Het eiland meet zo'n 390 km2 en heeft ongeveer 2000 inwoners, die deels afstammen van naar het eiland verbannen gevangenen. De meesten van hen zijn islamieten, maar er zijn ook christenen en hindoes.
Sinds 1986 is het eiland als onderdeel van het Nationaal park Komodo op de
werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst, hoofdzakelijk ter bescherming van de
komodovaraan en zijn leefomgeving.
De
komodovaraan (
Varanus komodoensis) is een
hagedis uit de familie
varanen (Varanidae).
De komodovaraan is een van de bekendste hagedissen vanwege de aanzienlijke lengte; het is de grootste hagedis ter wereld. De varaan is dankzij de publieke belangstelling populair in dierentuinen en duikt op in documentaires door zijn afwijkende levenswijze ten opzichte van andere hagedissen. De komodovaraan is door het kleine verspreidingsgebied een erg kwetsbare diersoort en is daardoor van bescherming afhankelijk.
De komodovaraan eet naast levende prooien ook wel
aas en veel van de kadavers die gegeten worden zijn indirect door de varaan gedood. De komodovaraan wordt daarom beschouwd als een
carnivoor en een
alfapredator die aan de top staat van het ecosysteem. Vrijwel alle hagedissen worden door verschillende dieren gegeten maar de komodovaraan heeft, eenmaal volwassen, geen natuurlijke vijanden.
De komodovaraan komt voor in het zuidoostelijke deel van
Indonesië en leeft onder andere op het eiland
Komodo maar ook in enkele reservaten op het grotere eiland
Flores en enkele kleinere omliggende eilanden. Ondanks de vrij recente ontdekking in 1910 is er veel onderzoek gedaan naar de komodovaraan, vooral in het
Nationaal park Komodo. Daardoor is er veel bekend over de biologie, de levenswijze en de voortplanting van de hagedis. Regelmatig worden nieuwe ontdekkingen gedaan, zo bleek pas in
2009 dat de komodovaraan goed ontwikkelde gifklieren bezit, die een complex gif produceren. Lange tijd werd gedacht dat de giftige beet te danken was aan de
bacteriën in de bek.